Veluwezoom

Bezoek aan Villa Sprezzatura

Het Nijmeegse paradijsje Villa Sprezzatura was een van de halteplaatsen tijdens de tuinexcursie op
2 augustus. 3500 vierkante meter bloeiende weelde. Schrijver/journalist Annemarie Haverkamp,
die de groene vingers niet van haar moeder Gerry erfde, sloot aan en schreef een verslag.

De bezoekers hebben wel een beetje pech, verontschuldigt de gastheer zich. Want juist vandaag is
de dahlia uitgekomen in de witte tuin. En wat blijkt: de bloem is roze in plaats van wit!
Gelach in de koffieruimte. Als dat de grootste pech is die ons kan overkomen, dan belooft het een
goede dag te worden. De meeste tuinliefhebbers kunnen zich wel ergere dingen voorstellen:
engerlingen in het gazon, slakken die hun slijmerige buikjes volvreten met primula’s. Nee, die ene,
onbedoeld roze bloem kunnen we wel hebben.
Ik lach vrolijk mee met de 59 mensen die namens Groei en Bloei Deventer de tuin van Geert Meijer
en Karin den Boer in Nijmegen bezoeken, maar om eerlijk te zijn heb ik geen idee waar de gastheer
het over heeft. Wat is een dahlia? De primula’s die ik hierboven noem, moest ik ook op internet
opzoeken. ‘Wat eten slakken?’ Primula’s dus. Dankzij Google weet ik nu hoe die eruitzien.
Ik zeg dat natuurlijk niet, dat ik de dahlia niet zou kunnen onderscheiden van een begonia. Ik neem
nog maar een slokje van mijn koffie en doe wat ik beter kan dan tuinieren: schrijven. IJverig notities
maken.
3500 vierkante meter beslaat het perceel waar we ons bevinden. Rondom de witte villa staan meer
dan 800 kuipplanten, en de eigenaren zijn wekelijks zo’n 60 uur kwijt aan het onderhoud van al dat
moois. ‘Karin heeft het ontwerp gemaakt’, vertelt Geert tegen de groep. ‘In februari 2021 ging het
eerste plantje de grond in.’
De verbaasde bezoekers zeggen nu ‘oh’ in koor. Hoe kan het dat die tuin er dan nu al bij ligt als een
groene oase? Later zal Geert bekennen dat ze veel planten natuurlijk al wat groter hebben gekocht,
maar dan nog: wat dit stel in drie jaar tijd heeft neergezet, is onvoorstelbaar. Dat snap ik zelfs, de
enige in de ruimte zonder groene vingers.
Als hij klaar is met zijn introductie, mogen we naar buiten. Als een sprinkhanenplaag verspreiden we
ons razendsnel tussen de bloemen en struiken. We zitten overal, snuffelend en voelend en
misschien, ik weet het niet, neemt af en toe iemand een hapje van een blad. ‘Pindakaasboom!’ roept
een dame enthousiast. ‘Ruik maar aan je vingers.’ En inderdaad, de boom ruikt naar broodbeleg. De
geur van Calvé maakt hongerig.
‘Waar is die dahlia nou, mam’, vraag ik zachtjes. Zij weet hoe zo’n bloem eruitziet en wijst hem aan.
Hoge steel, volle bloem. Prachtig roze, zeggen we. Hij steelt de show in het bloembed dat verder
foutloos wit van kleur is.
Mijn moeder weet alles van tuinieren, jarenlang was zij voorzitter van Groei en Bloei Zutphen. Zij
weet ook dat ik een complete leek ben, maar het leek haar toch heel gezellig als ik even kwam
buurten. De Nijmeegse tuin ligt namelijk op vijf minuten fietsen van het huis waar ik al bijna 20 jaar
woon en als nieuwsgierige journalist wilde ik wel eens achter het hek van die imposante villa kijken.
‘Schrijf jij het stukje voor de website dan maar,’ zei ze zoals een goede moeder het betaamt. Altijd de
nadruk leggen op wat je kind wél kan. Goed voor het zelfvertrouwen.
Zo volg ik haar langs de rode border, de jungleborder, de kraakheldere vijver en het dakterras dat
uitzicht biedt op die enorme, zonovergoten bloemenzee. Wat een weelde, en wat bijzonder dat al die

59 bezoekers uit Deventer en omstreken hier gewoon mogen rondstruinen, in het privédomein van
Geert en Karin.
Villa Sprezzatura, hebben ze hun tuin genoemd – ik heb het opgeschreven. Naar een Italiaans begrip
uit de renaissance dat zich laat vertalen als ‘de schijn van moeiteloosheid’: iets mooi maken op zo’n
manier dat het makkelijk lijkt. ‘Terwijl,’ zegt Geert, ‘over elk plantje natuurlijk is nagedacht.’
Een van de deelnemers aan de excursie, zelf tuinman, heeft direct een Nederlandse vertaling paraat
voor het Nijmeegse paradijs: ‘Dit is onbeschoft mooi.’